Voordat we dit uitgestrekte land konden verkennen, was er nog een horde te nemen: de douane. Die is zeer streng op het invoeren van o.a. etenswaren, medicijnen en plantaardige producten omdat ze bang zijn voor besmetting e.d. We dachten nog even aan de televisieprogramma’s waarin mensen invullen dat ze niks aan te geven hebben, en daarna een flinke boete krijgen als er toch wat uit hun tas komt. Dus namen we het zekere voor het onzekere en vulden we keurig in dat we wel wat bijhadden (cup-a-soup, aardbeienthee en een paar dingen uit het vliegtuig). Een strenge mevrouw vroeg ons wat het precies was en wij wilden onze tas opendoen voor inspectie maar blijkbaar was er toch geen inspectie nodig voor de tijgerbalsem en de aardbeienthee. Dus daar gingen we, op naar Auckland, de grootste stad van het noordereiland.
Eenderde van de 4 miljoen mensen in NZ woont in Auckland, dus we dachten dat het wel een drukke boel zou zijn. Dat viel gelukkig heel erg mee (of misschien zijn we teveel drukte gewend vanuit Bangkok en Manila?). Auckland is de ‘City of Sails’ dus hoe kan je beter beginnen dan met een rondvaart door de haven. Helaas leek de rondvaartboot op het welbekende Oostendse visserscheepje, en deinde Steef groen en geel door de haven. Maar verder was het hartstikke gaaf ;-)
Na het weekend was het grote moment dan aangebroken: we gingen ons nieuwe huisje ophalen. We hadden namelijk een camper gehuurd bij Jucy Lucy (ja, zo heet het echt). Vol verwachting kwamen we aan bij het verhuurkantoor. We waren wat verbaasd over de camper want: 1) er zat een echte DVD-speler in! 2) er zat een echt dekbed in met overtrek – konden we de slaapzakken weer terugbrengen. Verder zit er een spoelbak, koelkast en gasstel in :-) Daar gingen we met het nieuwe huisje :-)
De camping lag supermooi, aan de zee. De DOC-campings zijn er voor de goede ligging, en niet voor de faciliteiten. Onze camping had bijvoorbeeld geen warme douche, gelukkig wel een toilet. Voor de rest was er alleen rust, heerlijk. Hier was onze jetlag snel vergeten. De camping had geen beheerder, maar er was een brievenbus waar je het overnachtingsgeld in moest stoppen. Er waren weinig andere toeristen, alleen echte Nieuw Zeelanders, die voornamelijk kwamen om te vissen. Tot onze grote verbazing begon er een oudere man in het Nederlands tegen ons te praten. Hij heette Hans Botje en was 40 jaar geleden vanuit Dwingelo naar Nieuw Zeeland gekomen, waar hij tot zijn pensioen (op zijn vijftigste) een kiwikwekerij had gehad. Hans bood ons erg enthousiast een verse red snapper uit de zee aan, we moesten hem alleen nog schoonmaken… Wij keken erg bedenkelijk naar ons plastic campingbestek, en waren blij toen er even later 2 schoongemaakte filets retour kwamen :-)
Na de goede start op het Coromandel schiereiland ging het busje door naar Rotorua, 6 uur naar het zuiden. Onderweg passeerden we – jawel- veel kiwikwekerijen. Rotorua is een waar vakantieparadijs dat bekend staat om het hete water, dat opborrelt of omhoog spuit in de vorm van een geiser. We hadden een camping uitgekozen die hoorde bij een complex met heetwaterbaden, dat was echt heerlijk. Warme douches in overvloed, zelfs de koude douche was warm.
In Rotorua kan je veel actieve sporten doen, zoals skydiven of zorben – dit is in een grote opblaasbal van een berg afstuiteren. Aangezien onze reisverzekering dit niet dekte (he, jammer..) gingen we naar een soort dierenpark. Hier zagen we de bekendste Nieuw Zeelandse vogel, de kiwi. Deze wordt met uitsterven bedreigd. Het is een rare vogel zonder vleugels of staart. Kiwi’s zijn echte nachtdieren, dus er was een nachtverblijf waarin je ze in beweging kon zien. Zo hebben wij, jawel, een kiwi zien ijsberen, een heel speciaal gezicht :-)
Om wat meer te weten te komen over de Maori-cultuur, gingen we in Rotorua naar een Maori-dorp. Dit dorp is open voor het publiek (zoals het Openluchtmuseum) maar er wonen echt mensen. Het dorp is gebouwd rondom een aantal warme bronnen, die men ook gebruikt om eten te stomen. Het eten gaat dan in folie in een kist, en een tijdje later heb je gestoomde aardappels/wortels/kool etc.
Ook gaan de Maori in het dorp buiten in bad, en hebben ze dus geen douche of bad in hun huis. Het water uit de bronnen is alleen wel 98 graden, dus het moet eerst worden afgekoeld. Je kan dus niet zomaar een dip in de pool nemen als je een lekker warm ‘bubbelbadje’ ziet daar, dan word je levend gekookt! Beetje pech is alleen wel dat het meeste warme water naar zwavel ruikt, en dat je er na een paar uur hoofdpijn van begint te krijgen. De belangrijkste attractie bij het dorp is de Pohutu geiser, die 1x per uur uitbarst. Er komt dan een straal water tussen de 10 – 40 m omhoog. Indrukwekkend!
Na Rotorua ging het groene campertje door naar het Tongariro National Park, dat ligt erg afgelegen rondom een vulkaan. Het park heeft een grote diversiteit aan landschappen en staat bekend om de mooie wandelingen die je er kan doen. Toen wij er aankwamen regende het, dus dat was even minder…. Gelukkig klaarde het de volgende dag op, en konden we de wandelschoenen aantrekken. We hadden twee wandelingen uitgezocht, een voor ’s ochtends en een voor ’s middags. Er stond een flinke wind, waardoor het niet zo warm aanvoelde in de zon, maar ’s avonds hadden we allebei een mooi tomatenrood gezicht. Hier wat foto’s van onze wandelervaringen:
Omdat we over een paar dagen de ferry naar het zuidereiland gingen nemen, besloten we alvast een stukje die kant op te rijden. De wegen zijn hier over het algemeen goed, maar door het hoogteverschil en het geslinger in de bergen kan je er toch lang over doen. We kwamen uit bij de kust, in Whanganui, waar we een camping vonden vlak aan zee. Beetje pech was wel dat het strand bestond uit zwart zand, dus dat was niet echt lekker liggen. Maar er was voldoende gras vlakbij waar we onze nieuwe strandmat konden uitspreiden, en zo werd het een heerlijk relaxte zondag.
Verder zijn we nu wel gewend aan het bivakkeren in een erg kleine camper. We willen jullie onze leermomenten niet onthouden:
1) Steef: maak gebruik van iedere wc die je ziet, de volgende is misschien wel honderden kilometers verderop.
2) De kleren voor morgen moet je vandaag voor 19 uur pakken. Deze zitten in een kist/bank die ook dient als bed, en het bed moet je opmaken als het nog licht is. De matras bestaat uit een puzzel van bankstelkussens, die in het donker niet zo handig in elkaar te puzzelen zijn. Bovendien komen er dan beestjes naar binnen…
3) Als er een keuken is op de camping (is bij alle luxere campings het geval) kan je eten koken voor 2 dagen. Zo hoef je de 2e dag op ons eigen 1-pitskookstel alleen het pannetje nog op te warmen. Als er een BBQ is kun je zelfs voor 3 dagen koken ;-)
4) Alle uitstekende delen van de auto (ruitenwissers, spiegels, antenne) zijn te gebruiken als waslijn voor natte zwemkleren. Noot: ’s nachts worden de kleren alleen natter in plaats van droger, dus dit geldt alleen overdag.
5) Doe ’s avonds geen lampen aan in de camper met de deur open. Je bent dan zeker niet meer alleen :-)
In ons volgende verslag het verhaal van het zuidereiland!