woensdag 29 juni 2011

Maleisië & Singapore: Van eiland naar Nederland

Hadden we jullie net verteld hoe goed de bussen in Maleisië waren, en daarmee natuurlijk het noodlot over ons afgeroepen…

Van de historische stad Melaka namen we de bus naar de havenstad Mersing. Toen we aankwamen bij het busstation van Melaka werd ons meteen gemeld dat de bus naar Mersing die dag niet ging. Dat was balen want we hadden ons kaartje al betaald. Volgens de busmeneer gingen we nu met de bus naar Kluang, dat is ongeveer halverwege. Daar zouden we dan overstappen op een andere bus. In Kluang was die andere bus er natuurlijk nog niet. Ze konden ook niet zeggen hoe lang het nog zou duren. Vreemd, want het was tenslotte hun bus toch? Ondertussen kregen we ook een gedeelte van ons geld terug (1/3 deel). Dat beloofde niet veel goeds, want ze geven je natuurlijk alleen geld als je niet met hun bus verder gaat. En inderdaad, na lang wachten kwam er een lokale rammelbus die om de 500 m ging stoppen, met geen airco (met 35 graden). Tot overmaat van ramp was het geld dat we hadden teruggekregen niet eens genoeg om het kaartje te betalen…. Hiermee waren we echt genept. Neem in Maleisië dus nooit een bus van S&S Express … Eenmaal in de bus reden we op een weg door de jungle met veel aapjes. We beeldden ons toen maar in dat we in de safaribus van de Beekse Bergen zaten om het leed enigszins te verzachten :-)

Afijn, 2 uur later dan gepland kwamen we aan in Mersing. Hier gingen we met de boot naar het paradijselijke Tioman eiland. Op het eiland zouden de mensen van onze accommodatie ons ophalen, maar er was niemand. Toen we ze belden zeiden ze dat ze meteen iemand zouden sturen. En inderdaad, 3 minuten later kwamen er 2 meisjes met hoofddoekjes op een brommer met zijspan (zoals een Filippijnse tricycle zeg maar) om ons op te halen.

Onze accommodatie op Tioman was heel simpel maar erg leuk. We hadden een houten ‘tuinhuisje’ met veranda, slaapkamer en badkamer. Zoals op meer plaatsen in Maleisië was er alleen koud water in de douche, maar wat doet het er toe met 35 graden. Ons huisje (a 15 euro per nacht) lag vlakbij het strand en we konden zo de zee zien. Erik zag nog een ontzettend grote hagedis van meer dan 2 meter rondscharrelen, gelukkig kon hij niet naar binnen:

Zeven dagen lang deden we helemaal niks, alleen op het strand liggen en boeken lezen. Steef las ongeveer 1 boek per dag, gelukkig waren er nog genoeg ‘ruilboeken’ op het eiland. Voor de lunch bestelden we een lekkere bananenshake en een fruitsalade. ’s Avonds aten we vers gevangen barracuda van de grill. Wat een leven hè :-) … Het leek wel Kinderen voor Kinderen.
Op een onbewoond eiland
Loopt niemand voor je neus
Ja, je voelt je d`r blij
Want lekker leven is de leus
Geen pietsie pech, want je hoeft er niets
Valt er niet van je fiets
Ligt op je luie haidewiets
Drinkt met je billen bloot
Melk uit een kokosnoot
Je wordt van zelf groot
Op een onbewoond eiland
Zijn alle dagen fijn
Op een onbewoond eiland
Daar zou ik willen zijn

Na 7 dagen moesten we helaas het paradijs weer verlaten. Om de bus op het vasteland te halen, moesten we met de eerste boot. Maar hoe laat ging die boot? Dat was helemaal niet duidelijk. Volgens het meisje van ons hotel ging de boot om 7 uur ’s morgens. Dus om half 7 sjokten we met al onze bagage in het donker naar de steiger. Er zaten al een paar mensen te wachten en in de loop van de tijd kwamen er nog meer mensen bij. Het leek meer de kaartverkoop voor Robbie Williams – maar nog steeds geen boot. Om 8:45 uur werden we dan eindelijk opgehaald, gelukkig hadden we toen meteen aansluiting op de bus naar Johor Bahru. Johor is de laatste plaats in Maleisië en de grenspost met Singapore. Hier konden we nog even onze laatste ringgits uitgeven voordat we op weg gingen naar ons logeeradres in Singapore bij Steefs Belgische collega Erik en zijn vrouw Sonja.

Het was erg leuk om Erik en Sonja weer te zien, het voelde een beetje als thuiskomen. Sonja had de Belgische radio opstaan (via internet) dus dat was voor Steef heel fijn om te horen. Om onze aankomst in Singapore te vieren, begonnen we met een lekkere Singapore Sling (cocktail). Proost!

Singapore is een klein landje op een eiland, een stadsstaat. Er wonen 4 miljoen mensen en het is het paradepaardje van Azië. Vergeet al het afval op straat en spugende mensen, in Singapore hebben ze alles verboden wat niet netjes is. Hierop staan ook strenge boetes, bijvoorbeeld 500 euro voor rommel op straat gooien, 500 euro voor wildplassen en 75 euro voor het niet doorspoelen van de wc. Ook mag je bijvoorbeeld niet eten of drinken in de metro.

In Azië kun je overal winkelen van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat maar Singapore slaat echt alles. Hier gaan de shopping malls letterlijk in elkaar over, stratenlang. Al deze glitter and glamour heeft natuurlijk wel tot gevolg dat er weinig koopjes te vinden zijn, de prijzen zijn er erg hoog.
Het appartement van Erik en Sonja lag vlakbij de botanische tuin. We hebben al veel tuinen gezien onderweg maar hierbij toch nog een paar erg mooie bloemen:


Na de tuin gingen we met de bus naar de wijk Little India. Onderweg zagen we ineens een evenement met allemaal tenten. Dus we sprongen snel uit de bus. Het bleek een promotiemarkt van de Thaise ambassade, met allemaal Thaise producten. Ook waren er optredens en modeshows. Speciaal voor Steef was er ook een lekkere (not!) opgemaakte Thaise man die kwam dansen:

De volgende dag gingen we samen met Sonja naar het museum- & entertainment eiland van Singapore, Sentosa. We begonnen de dag met een ritje op de Segway. Wij hadden dit in Nieuw Zeeland al eens gedaan maar voor Sonja was het even wennen (let ook op de knie- en elleboogbeschermers!)

Daarna gingen we naar Fort Siloso, dit was een fort met historisch museum over de Tweede Wereldoorlog. Het museum lag bovenop een berg, gelukkig was er een tram om de berg op te komen. In Singapore is het motto: gemak dient de mens.

In het fort kregen we een indrukwekkende rondleiding. De Japanners hebben in de Tweede Wereldoorlog na heftige gevechten Singapore veroverd op de Engelsen en er veel mensen gemarteld en vermoord. Singapore had namelijk een centrale ligging om de zeestraat tussen China en India te kunnen controleren. Nu kun je de verdedigingskanonnen nog zien:

’s Avonds gingen we naar de Night Safari. Dit is een soort Beekse Bergen maar dan speciaal ’s avonds geopend zodat je de nachtdieren actief kunt zien. Eerst gingen we met een treintje door het park maar dit was nogal lawaaierig. Diverse kinderen gilden hard bij het zien van een giraf of olifant, dus we kregen niet helemaal het safarigevoel. Gelukkig waren er ook wandelpaden waarbij je heel dicht bij de dieren kon komen.

De volgende dag gingen we op advies van Erik naar Marina Sands. Dit is een complex met hotels en winkels maar met bovenop een observatieplatform waar je de hele stad kan zien.

Tot zover niks heel bijzonders, dit hebben ze overal in grote steden weten wij inmiddels. Wat iets heel nieuws was, was de ‘infinity pool’ (het oneindige zwembad). Dit zat aan de rand van het platform en het zag er inderdaad uit alsof je zo over de rand zou zwemmen. Helaas was het zwembad alleen voor hotelgasten, waarschijnlijk hadden de kamers ook oneindige prijzen ;-)

Ons verblijf in Singapore was natuurlijk niet compleet zonder een barbecue. Toen collega Erik – een echte barbecuefanaat - vanuit Best naar Singapore vertrok, kreeg hij van de afdeling een grote elektrische barbecue in een koffer. Deze wordt in Azië inderdaad regelmatig gebruikt!

Na de barbecue gingen we nog even het nachtleven verkennen bij Clarke Quay. Hier hebben ze allerlei nieuwe horecapanden gebouwd in koloniale stijl. Ook hier geldt: hoe gekker, hoe beter. Zo kon je bijvoorbeeld naar het ‘ziekenhuis’,  waar je een emmer spuiten (cocktails) kon bestellen, of jezelf aan een heus drankinfuus laten aansluiten.

Op zondag was onze logeerpartij helaas ten einde. Erik & Sonja, nogmaals bedankt voor alle gastvrijheid, goede zorgen en Singapore tips! We namen het vliegtuig naar Bangkok, vanwaar we op maandag naar huis zouden vliegen. In Bangkok lieten we onze bagage op het vliegveld en gingen met de metro en taxi naar Khao San Road. Hier zijn we in januari en februari ook geweest, het is de backpackersbuurt van Bangkok. We hadden nog wat Thais geld om een paar leuke dingen te kopen en wat te eten. Erik ging nog even genieten van een heerlijke massage. ’s Avonds gingen we naar ons hotel bij het vliegveld, zodat we de volgende dag zeker op tijd zouden zijn voor onze vlucht.
Aan alles komt een eind, en ineens was het eind van onze zes maanden vakantie dan in zicht. Hoewel we ons er erg op verheugd hadden dat we weer naar huis zouden gaan, was het ook wel weer even slikken….

Na een lange vlucht kwamen we aan op het vliegveld van Düsseldorf. Hier stond warempel een welkomstcomité in de vorm van Steef’s vriendinnen Loes, Wilma en Wilma’s dochtertje Nienke. Aangezien Nienke geboren is in april van dit jaar hadden we haar nog niet kunnen bewonderen. Echt heel fijn dat ze gekomen waren!

De ouders van Steef waren er ook en waren toch wel heel blij dat we weer thuis waren. Met z’n allen gingen we thuis nog wat drinken. Ons huis was heel feestelijk versierd door onze nichtjes Kyra en Anoek!

Op onze eerste echte dag thuis zaten we meteen in een druk programma. De ouders van beide kanten kwamen gezellig langs voor de lunch, die Jan & Toos hadden meegenomen (dat was fijn want we hadden niks in huis). Daarna gingen we onze auto’s ophalen bij tante Nellie, waar we natuurlijk ook weer even moesten vertellen hoe het allemaal geweest was. Toen snel door naar het avondeten want de familie van Erik’s kant kwam op de koffie met gebak. Jullie begrijpen dat we moe in bed ploften met onze jetlag….

Zo, nu weten jullie allemaal dat we weer stevig met onze voeten in de Brabantse klei staan. De eerste paar dagen zijn we nog even druk met uitpakken, wassen, de post bijwerken etc. maar we hebben weer zin om jullie allemaal te zien en gezellig bij te kletsen. We weten niet hoe jullie het ervaren hebben maar  voor ons is het half jaar voorbij gevlogen!
Om het af te leren :-) komt er nog één stukje: ons eerste weekje thuis en een overzicht van de hoogtepunten (en dieptepunten?)