zaterdag 4 juni 2011

China deel 1: Keizers, kleisoldaten en knuffelberen

*** Dit bericht is van 18 mei, maar konden we niet eerder plaatsen omdat onze weblog geblokkeerd was in China***

Ni Hao! Daar zijn we weer, vanuit het land met de meeste inwoners ter wereld, China.

Na een turbulente vlucht (waarin Steef dubbel van het vliegtuigeten mocht genieten) kwamen we aan in Beijing. Voor onze reis naar China hadden we ervoor gekozen om de boekingen uit te besteden bij ChinaOnline.nl, zodat we zelf geen tijd zouden verliezen met het kopen van treintickets etc. In Beijing werden we dus ook  direct opgewacht door onze gids, die ons naar het hotel bracht. Het Courtyard 7 hotel lag in een hutong, dat is een traditionele chinese wijk.
Hiervan zijn er nog maar een paar bewaard gebleven, de rest is vervangen door hoogbouw. Het hotel was zeg maar de Chinese versie van een begijnhof, een oase van rust in het drukke Beijing. Voor ons was het ook heerlijk om weer in een Gewoon Bed te slapen, en onze eigen badkamer te hebben. Wat een luxe! Mochten jullie nog naar Bejiing komen, dan raden we dit hotel van harte aan.

De volgende dag hadden we een druk excursieprogramma. Met de gids gingen we eerst naar de Lama tempel. Wij dachten dat dit een boeddhistische tempel was, maar het was een lama-istische tempel (jaja, dat is wat anders hebben we nu geleerd). Daarna bekeken we de Temple of Heaven, de privé-tempel van de keizer. Hier ging hij o.a. bidden voor goede oogsten. Deze tempel bestond uit een groot complex met veel gebouwen en een groot park eromheen.


Na de lunch gingen we naar het Plein van de Hemelse Vrede (waar ooit de
niet zo vredige studentendemonstraties plaatsvonden!). Aan het plein ligt de ingang voor de Verboden Stad, dit was het paleis van de keizer. Het was verboden voor gewone mensen, gelukkig is dat al lang verleden tijd. Dit was echt wel heel indrukwekkend, gelukkig hadden we de gids bij om ons wegwijs te maken.

Na een mooie maar inspannende dag was het tijd voor wat ontspanning, dus gingen we naar een Chinese acrobatenshow. Wat zijn die mensen lenig zeg! We zagen allerlei stunts, waaronder het bekende ‘bordjesdraaien’, met in iedere hand 5 bordjes en dat terwijl ze ondertussen op elkaar klommen om een menselijke piramide te maken. Dat de bordjes echt niet vast zaten, werd bewezen toen er stiekem eentje op de grond keilde (of hoorde dat bij de show?).  

Op zondag gingen we een uitstapje maken naar de Chinese muur. Zoals Mao zei: als je de muur niet kent, ben je geen echte mens ;-). Vanuit Beijing zijn er verschillende delen van de muur te bezoeken. Wij gingen naar Jinshanling, hier is een gerestaureerd stuk te zien maar ook een origineel stuk. We kozen ervoor om over het originele deel te gaan lopen, zeg maar: klauteren. Na 600 jaar zijn sommige stukken echt in slechte staat, bovendien is het heel heuvelachtig. Een pittige klim, maar zeker de moeite waard. We klauterden van wachttoren naar wachttoren met hulp van een lokaal mevrouwtje. Steef dreigde een paar keer weg te glijden op de oneffen en gravelachtige stukken, gelukkig ving het mevrouwtje (van 65 jaar) haar vakkundig op. De bedoeling was dat je daarna bij het mevrouwtje zou kijken naar haar souvenirs, en er dan een zou kopen (na afdingen he, dat hoort erbij). Aan het eind van de dag waren we een superervaring en een t-shirt met ‘I climbed the great wall’ rijker!



De volgende dag traden we opnieuw in de keizerlijke voetsporen om het Zomerpaleis te bekijken. Dit was het buitenverblijf van de keizer, zeg maar zoals Schonbrunn of Versailles. Echt een gigantisch landgoed… We namen een audioguide, maar dat was echt een raar systeem. Je moest niet een nummertje intoetsen maar het apparaat speelde vanzelf af als je in de buurt van een sensor kwam. Werkte niet vlekkeloos, aangezien we niet konden terugluisteren, en soms het verkeerde verhaaltje kwam bij het verkeerde gebouw. Niet handig….  


Je kan natuurlijk niet in Peking geweest zijn zonder de beroemde pekingeend te hebben gegeten. Dus op naar het restaurant. Jaap van Kim had nog een foto laten zien waar het was, maar wij kwamen terecht bij een andere vestiging. Het was een beetje moeilijk zoeken, want we zagen namelijk de ingang over het hoofd. Dat geloven jullie natuurlijk niet bij deze foto, maar het was echt waar… Toch maar eens langs de opticien.

De pekingeend zelf smaakte een beetje zoals kip van het spit, met zo’n krokant korstje. We kregen een schaal met eend (in plakjes), een mandje met pannenkoekjes en diverse bakjes met groenten en saus. Een handige meneer kwam ons even voordoen hoe wij van al deze ingrediënten heel elegant een wrapje konden rollen, met stokjes. Dit ging toch niet zo gemakkelijk, dus rolden we maar met onze vingers (anders was de eend ook koud haha). Het smaakte wel goed, maar het was ook meteen het duurste van wat we in China gegeten hebben.


De volgende dag vlogen we naar Xian. Zo’n 40 km buiten de stad ligt het wereldberoemde Terracottaleger. Dit bestaat uit duizenden kleisoldaten, die dienden om de eerste keizer van het verenigde China, Qin Shi Huangdi, te verdedigen in het hiernamaals. Ongeveer 2200 jaar geleden gaf hij daarom de opdracht om dit immense leger te laten maken. In 1974 stak een boertje zijn schep in de grond, en vond toen de eerste resten van een van de grootste opgravingen ter wereld. Alle soldaten zijn uniek, dus jullie kunnen je voorstellen wat voor werk dit geweest moet zijn 2200 jaar geleden.



Na het terracottaleger maakten we nog een fietstocht over de 16 km lange stadsmuur van Xian. We hadden een tandem gehuurd, deze was wel een beetje gammel. Tot 4x toe liep de ketting eraf, dus Erik had er zwarte handen van gekregen. Het leek Steef toen maar beter om de tocht over de muur voort te zetten in een keizerlijke draagstoel :-)


Vanaf Xian vlogen we naar Chengdu, de regio van de panda’s. Vol verwachting kwamen we aan bij het pandareservaat. Helaas bleek dit vooral een slecht onderhouden dierentuin, dat was een beetje een dip. Er was wel een video waarin ze lieten zien dat ze een fokprogramma hebben om te voorkomen dat de panda’s uitsterven, maar het was niet helemaal wat we ervan verwachtten. Gelukkig hebben we toch nog
een aantal schattige panda’s kunnen zien.


Chengdu ligt in de provincie Sichuan, die bekend staat om het pittige eten. In het restaurant bestelden we daarom een ‘hotpot’.  We kregen in schaal op een
vuurtje, waar bouillon inzat. In de bouillon kon je dan rauwe groenten en vlees doen, die dan een tijdje moesten koken. Tot grote hilariteit van het personeel moesten ze een paar keer komen kijken, of ons eten al klaar was. Gelukkig was de bouillon van zichzelf niet bijzonder ‘hot’, het hete zat hem in het sausje. Gelukkig kon je wel afmeten hoeveel je erop deed, zodat de brand in je mond beperkt bleef…

Omdat we in Chengdu wat extra tijd hadden, konden we naar een kookcursusje met drie smaken: heet, heter en allerheetst. Kwamen we terecht in een gezellig clubje met allemaal andere Nederlanders, haha. In razend tempo maakten we knapperige varkensreepjes, kip Gong Bao, Sichuan salade en een soort gebakken dumplings. Naarmate de les vorderde, probeerden we er allemaal minder pepers in te doen dan de juf voordeed, maar het was echt nog te heet. Thuis toch maar de recepten van de Thaise kookles opzoeken, dat was makkelijker aan te passen voor ons.


Naast de pittige keuken staat Sichuan ook bekend om zijn opera. Nou staan Chinezen niet echt bekend om hun mooie gezang, dus we wisten niet of dit iets voor ons was. Onze gids raadde het echter wel aan, omdat het eigenlijk veel meer entertainment was dan opera. En inderdaad, het was een van de leukste dingen die we gezien hebben! Voordat de opera begon, mocht je eerst in de make-up ruimte kijken naar de artiesten die zich klaar maakten. Ze schminkten hun gezichten in allerlei heftige kleuren. Je kon ook kiezen voor een massage, of een behandeling in de ‘oorstoel’. Dit betekende dat een meneer met allerlei rare stokjes je oor ging schoonmaken (of duwde hij het er nu verder in…). Wij hadden meer interesse in de voorstelling :-). De toneelspelers hadden supermooie kostuums aan, en de muziek was heel erg leuk. Er was ook een stukje poppenspel, en ‘schaduwtoneel’ dat iemand met zijn handen deed.
Het hoogtepunt was het onderdeel ‘changing faces’, waarin vier speler binnen 1/10e seconde een ander gezichtsmasker hebben. Zo veranderden ze van zwart naar rood naar groen.  Het ging zo snel dat je echt niet snapte hoe het kon!


In China hebben we het erg naar onze zin, het is absoluut een van de hoogtepunten van onze reis. Alleen die Chinezen he…. Het is toch wennen. Met name de wc’s waren echt even een schok na het zeer schone (en Westerse) NZ en Australie. Steef moest naar de wc bij de benzinepomp onderweg. In het wc-portaal zat geen deur maar een gordijn. Er waren twee van die vieze hangwc’s (zoals: gat in de grond -daar kijken we niet meer van op) maar…. Er zat geen schotje ofzo tussen. Dus kon je gezellig samen gaan hangen…. Toen maar opgehouden. Sowieso is naar de wc gaan hier veel minder een privé-aangelegenheid, het is heel normaal dat kleine kinderen op straat plassen en poepen. Hiervoor hebben ze een speciaal ‘gat’ in hun broek en onderbroek bij het kruis, je ziet dus ook overal blote billetjes… Chinezen hebben nog meer rare gewoontes: ze rochelen, spugen, schreeuwen of praten heel hard. Om ze wat manieren bij te brengen, zagen we het volgende bordje in Chinglish:


Het is dus ook niet beleef om buitenlandse toeristen te dwingen (!!) om ergens een foto van te maken…. Gelukkig zijn we hiertoe nog niet gedwongen :-).

Vanaf Chengdu vlogen we naar Lijang, een van de meest toeristische plaatsen van China. Je zou het een beetje kunnen vergelijken met Venetie, maar dan op 2400 m hoogte. Met een gids trokken we erop uit om het platteland te bekijken, en wat meer te weten te komen over de lokale bevolking, de Naxi (spreek uit: Nasi). Vroeger schreven de Naxi in een soort hiëroglyfen, dat zag er ongeveer zo uit:


In het Naxi dorpje woonde ook de beroemde kruidendokter, dokter Ho. Wij hadden er nog nooit van gehoord, maar de dokter bleek inderdaad wel wereldberoemd. Hij overlaadde ons met artikelen die over hem gepubliceerd waren, in het Nderlands, Duits, Engels etc. Hij had ook zakken vol met visitekaartjes van alle mensen die al langs waren geweest, wij zagen ook kaartjes van Philips Eindhoven. Ook was er een boek over hem geschreven, en was hij op televisie geweest bij Michael Palin van de BBC. Je kon ook een consult doen, dat duurde ongeveer 2 minuten, en het resultaat daarvan was dat de dokter je een poedertje meegaf om al je kwaaltjes te verhelpen. Nou stond in een van de Nederlandse artikelen dat vooral de dokter er zelf beter van werd ;-) maar hij kon dat zelf niet lezen natuurlijk. Het consult lieten we maar even aan ons voorbij gaan, maar een foto van de dokter is nooit weg
natuurlijk.

In Lijang zijn veel winkeltjes waarin ze zelf sjalen weven op een weefgetouw. Veel leuker natuurlijk dan een sjaal uit de fabriek, dus gingen we even binnen kijken. Hoe dikker het materiaal, hoe mooier de kleuren – en hoe duurder. Een winkelmeisje spreidde een aantal sjalen uit, maar het was het steeds net niet. Steef had eigenlijk maar 1 hele mooie gezien, en die zat op het weefgetouw. Het was toen 18 uur, en de sjaal zou om 21 uur klaar zijn. Dus wij spurtten ons naar de winkel en konden nog net zien hoe ze de sjaal van het weefgetouw af gingen knippen. Komende winter kunnen jullie het
resultaat bewonderen!

Volgende keer:  het vervolg van onze Chinareis, en speciaal item: waarom niet alles op rolletjes verloopt (ofwel: het kleine leed dat backpacken heet)!












































































Geen opmerkingen:

Een reactie posten